2023 IN CIJFERS
In 2023 bereikten we het grootste aantal kinderen en jongeren tot dusver in de geschiedenis van Link in de Kabel, wat resulteerde in 17238 deelnemersuren.
​
Daarmee zetten we de stijgende trend van de voorbije jaren verder, met 9502 deelnemersuren in 2021 en 11383 deelnemersuren in 2022.
Bereik per leefdomein
Bijna 2/3de van de deelnemersuren in 2023 realiseerden we binnen de vrije tijd van kinderen en jongeren; iets meer dan 1/3de buiten de vrije tijd (tijdens schooluren). We blijven proberen om deze verhouding te behouden, om zo de focus te houden op kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie.
Figuur 1. Deelnemersuren per leefdomein
Dit is niet evident, aangezien het aantal aanvragen vanuit het onderwijs jaarlijks blijft toenemen. Op vragen van OKAN-klassen en buitengewoon onderwijs gaan we bijna steevast in. Tegelijkertijd merken we dat kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie zich ook in andere studierichtingen bevinden, en dat ook andere kinderen en jongeren steeds meer moeilijkheden ondervinden met de digitale wereld. Daarom blijven we ons aanbod openstellen voor alle soorten scholen en studierichtingen.
Figuur 2. Deelnemersuren per provincie
Bereik per provincie
Door onze lokale verankering in Vlaams-Brabant en Limburg blijven dit de provincies waar we de meeste kinderen en jongeren bereiken. Antwerpen is net als vorig jaar de derde provincie, in hoofdzaak dankzij de samenwerking met het Cultuurdistrict Antwerpen. Daarnaast hebben we ook een beperkt bereik in Oost-Vlaanderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Indien we specifiek naar de activiteiten binnen de vrije tijd kijken, zien we een gelijkaardige verdeling tussen de provincies, al is het aandeel van Vlaams-Brabant aanzienlijk groter en het aandeel van Limburg kleiner. Het omgekeerde effect zien we bij de activiteiten buiten de vrije tijd, waar het aandeel van Limburg zelfs dubbel zo groot is als het aandeel van Vlaams-Brabant. Dit verschil tussen Vlaams-Brabant en Limburg valt grotendeels samen met het verschil tussen een stedelijke en landelijke context: in Vlaams-Brabant organiseren we veel activiteiten binnen de buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen van Stad Leuven, terwijl we in Limburg vooral actief zijn in landelijke gemeenten met een beperkter aanbod aan werkingen voor kinderen en jongeren. Daarnaast bereikten we in Vlaams-Brabant reeds sinds maart 2023 jongeren in het Leuvense Shiftlab, terwijl het Limburgse Shiftlab in Borgloon pas in oktober 2023 de deuren opende.
Figuur 3. Deelnemersuren vrije tijd per provincie
Figuur 4. Deelnemersuren buiten de vrije tijd per provincie
Figuur 5. Deelnemersuren per gender
Figuur 6. Deelnemersuren vrije tijd per gender
Bereik per gender
Net zoals vorige jaren bereikten we in 2023 meer jongens dan meisjes, al merken we dat de kloof iets kleiner wordt. De algemene verhouding jongens-meisjes zet zich voort bij de activiteiten binnen de vrije tijd. Voor de activiteiten buiten de vrije tijd is dit niet het geval en is het aandeel meisjes zelfs iets groter dan het aandeel jongens.
Figuur 7. Deelnemersuren buiten de vrije tijd per gender
Bereik per leeftijd
Overheen alle activiteiten realiseerden we in 2023 ongeveer evenveel deelnemersuren voor kinderen tussen 6 en 12 jaar als voor jongeren tussen 13 en 18 jaar. Daarnaast realiseerden we ook een beperkt aantal deelnemersuren bij kleuters tussen 3 en 5 jaar en bij jongvolwassenen ouder dan 18 jaar.
Figuur 8. Deelnemersuren per leeftijd
De verhoudingen veranderen wanneer we onze activiteiten per leefdomein analyseren. Binnen de vrije tijd realiseerden we bijna dubbel zo veel deelnemersuren voor kinderen tussen 6 en 12 jaar als voor jongeren tussen 13 en 18 jaar. Dit komt grotendeels door het ruimere aanbod aan kinderwerkingen dan aan jongerenwerkingen, in het bijzonder voor kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Met onze eigen Shiftlabs, die specifiek gericht zijn op jongeren vanaf 12 jaar, proberen we hier zelf een oplossing voor aan te reiken.
​
Buiten de vrije tijd zien we het omgekeerde effect: hier realiseerden we 3 keer zo veel deelnemersuren voor jongeren tussen 13 en 18 jaar als voor kinderen tussen 6 en 12 jaar. De meeste aanvragen die we van scholen ontvangen betreffen secundaire scholen die geconfronteerd worden met problemen van cyberpesten en sexting binnen de eerste graad van het secundair onderwijs. Tegelijkertijd neemt ook het aantal aanvragen vanuit basisscholen toe. In lijn met de laatste resultaten van Apestaartjaren (2022), die aangeven dat kinderen gemiddeld op de leeftijd van 10 jaar in hun digitale puberteit komen, vragen steeds meer basisscholen naar een mediawijs aanbod voor leerlingen in het vierde, vijfde en zesde leerjaar. Ook bij de opzet van Dynamoprojecten, waarvoor we zelf het initiatief nemen om met scholen samen te werken, kiezen we er daarom bewust voor om zowel projecten met secundaire scholen als met basisscholen uit te werken.
Figuur 9. Deelnemersuren vrije tijd per leeftijd
Figuur 10. Deelnemersuren buiten de vrije tijd per leeftijd